Wie een zorgeenheid inricht, bouwt dat meestal op rond de zorg- en verpleegkantoren, die zo dienstdoen als het centrale zenuwstelsel van de unit. Zo’n plan is enorm op de zorgverleners gericht.
Onze denkoefening maakte net duidelijk dat we streefden naar een open ruimte die zich plooit rond de verzorgden. Zodat de zorgeenheid een echte leefruimte voor hen wordt.
Zorgverleners en verzorgden delen dus dezelfde ruimtes. Daar ontmoeten ze elkaar en wisselen ze van gedachten: leerrijk voor de verzorgde en nuttig voor de zorgverlener. Het doel? Samen bouwen aan het herstelproces van de verzorgde.
Het zorgkantoor verdwijnt niet, maar is kleiner en ligt niet langer in het midden van de dienstunit. Het dient voortaan voor administratieve taken en personeelszorg. Zo wordt een nieuwe regel geboren:
« In de zorgeenheid zijn we altijd samen met de verzorgden, behalve in het kantoor ». .” Een regel die meteen duidelijk maakt hoe onze zorgorganisatie er voortaan totaal anders zal uitzien.